Aantal minimumloonbanen in vervoer afgenomen met bijna een derde

DEN HAAG - In 2020 waren er 438 duizend werknemersbanen tegen het minimumloon, 52 duizend (ruim 10 procent) minder dan het jaar ervoor. Minimumloonbanen vormen 5,2 procent van alle werknemersbanen. Dit aandeel was sinds 2006 niet zo laag. Vooral in de bedrijfstak vervoer en opslag daalde het aandeel minimumloonbanen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

In 2020 waren er 8,4 miljoen werknemersbanen, 110 duizend (1,3 procent) minder dan in 2019. Het aantal werknemersbanen tegen het minimumloon daalde met 52 duizend (ruim 10 procent). Doordat het aantal minimumloonbanen sneller daalde dan het aantal banen boven het minimumloon, nam het aandeel minimumloonbanen af van 5,8 procent naar 5,2 procent van alle werknemersbanen.

Grootste afname bij vervoer en opslag

In de bedrijfstak vervoer en opslag nam het aantal werknemersbanen tegen het minimumloon af met bijna een derde. Het aantal banen boven het minimumloon bleef in deze bedrijfstak vrijwel gelijk. In absolute aantallen was de daling het grootst in de bedrijfstak verhuur en overige zakelijke dienstverlening, waartoe ook uitzendbureaus behoren. Daar nam het aantal werknemersbanen tegen het minimumloon met 25 duizend af, een daling van 18 procent.

Ook in de horeca en cultuur en recreatie nam zowel het aantal minimumloonbanen als het aantal banen boven het minimumloon sterk af. Bij de overheid verdwenen er veel minimumloonbanen, maar steeg het aantal andere banen wel. In de ICT, de financiële dienstverlening en het onderwijs nam zowel het aantal minimumloonbanen als het aantal overige banen toe.