Clicky


Celstraf voor niet betalen loonbelasting, faillissementsfraude en bezit van twee valse paspoorten

Celstraf voor niet betalen loonbelasting, faillissementsfraude en bezit van twee valse paspoorten
12-10-2021 15:58 | Misdaad | auteur Redactie

DEN BOSCH - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 55-jarige man die in Duitsland woont veroordeeld tot een gevangenisstraf van 33 maanden. Hij betaalde als leidinggevende van een aantal rechtspersonen opzettelijk geen loonbelasting, pleegde faillissementsfraude en had twee valse paspoorten in zijn bezit.

Door het gebruik van onder meer stromannen wist de verdachte een netwerk van rechtspersonen op te zetten. Via geldstromen over en weer tussen de bedrijven liet hij grote geldbedragen verdwijnen.

Als feitelijk leidinggevende van drie rechtspersonen betaalde hij in de periode van januari 2014 tot en met juli 2017 geen loonbelasting ter hoogte van 20.621, 489.247 en 928.901 euro. Terwijl hij dit wel had moeten afdragen.

Verder maakte de man zich als bestuurder van een uitzendbedrijf schuldig aan faillissementsfraude in de periode van oktober 2013 tot en met februari 2014. Hij onttrok daarbij een bedrag van 829.722,20 euro aan de boedel van het bedrijf. In juli 2017 had hij twee valse paspoorten in zijn bezit waarop anderen namen stonden vermeld dan zijn eigen naam.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte als een professional op doortrapte wijze te werk is gegaan. Als een spin in het web bestierde hij zijn conglomeraat van vennootschappen die mede voor zijn frauduleuze praktijken in het leven zijn geroepen. Verder weegt mee dat de man tijdens het onderzoek geen medewerking verleende. De door hem weggesluisde geldbedragen zijn nog altijd niet getraceerd. Daarmee heeft hij de Nederlandse Staat en de Nederlandse gemeenschap aanzienlijk benadeeld. Ook bracht hij grote financiële schade toe aan de schuldeisers van het failliete bedrijf.

Al met al vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 36 maanden op zijn plaats. Maar gelet op de overschrijding van de redelijke termijn waarbinnen de zaak door het Openbaar Ministerie voor de strafrechter had moeten worden gebracht, wordt dit gematigd tot een celstraf van 33 maanden. Dit is een zwaardere straf dan de officier van justitie eiste omdat volgens de rechtbank de gevorderde straf de ernst van de bewezen verklaarde feiten onvoldoende tot uitdrukking brengt.