Mislukte beroving leidde tot de dood in park Rijswijk

DEN HAAG - Het Openbaar Ministerie heeft 18 maanden cel en plaatsing in een inrichting voor jeugdigen geëist tegen een minderjarige jongen uit Den Haag. Hij wordt ervan verdacht dat hij op 18 februari aan het Julialaantje in Rijswijk een 26-jarige man heeft neergestoken, die enkele dagen later overleed. De verdachte is minderjarig en in het jeugdstrafrecht geldt een andere strafmaat.

Het slachtoffer werd op 18 februari door voorbijgangers aangetroffen in een parkje in Rijswijk. Hij kon nog vertellen dat hij uit het niets door iemand was geslagen en uiteindelijk neergestoken. Vier dagen later overleed hij in het ziekenhuis.

De toen 16-jarige verdachte meldde zich bij de politie na uitzendingen in de opsporingsprogramma's Team West en Opsporing Verzocht. Hij zou hebben geprobeerd het slachtoffer te beroven en wilde hem daarbij in zijn been steken. Het bleek een uiteindelijk fatale steekverwonding in de rug te zijn.

Uit onderzoek is gebleken dat bij verdachte sprake is van psychische stoornissen, waardoor het Openbaar Ministerie hem verminderd toerekeningsvatbaar acht. Daarmee is in de strafeis rekening gehouden. Maar de doodslag kan hem nog steeds wel worden aangerekend. Daarom eist het Openbaar Ministerie nog steeds een deel van de maximale 2 jaar die in het jeugdrecht mogelijk is, namelijk 18 maanden. Hoe lang de daarop volgende plaatsing in de jeugdinrichting zal duren, hangt af van het verloop van de behandeling, aldus het Openbaar Ministerie.