Clicky


Vordering verwijzing aangifte ex Johnny de Mol naar ander parket afgewezen

Vordering verwijzing aangifte ex Johnny de Mol naar ander parket afgewezen
30-07-2021 11:28 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft vrijdag uitspraak gedaan in een kort geding van de ex-verloofde van Johnny de Mol tegen de Staat. Zij vroeg aan de rechtbank haar aangifte tegen Johnny de Mol naar een ander arrondissementsparket te verwijzen. De rechtbank wijst deze vordering af. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat het Openbaar Ministerie (OM) haar aangifte niet onpartijdig, onafhankelijk en objectief zal beoordelen.

De vrouw heeft bij het OM in Amsterdam aangifte gedaan tegen haar ex-verloofde wegens (zware) mishandeling en poging tot doodslag. Hij heeft aangifte gedaan tegen haar juridisch adviseurs wegens poging tot afdreiging waarop deze adviseurs aangifte hebben gedaan van het doen van een valse aangifte. De rechercheofficier heeft de aangifte van eiseres toebedeeld aan een zaaksofficier en de andere aangiftes aan een andere zaaksofficier. Volgens eiseres is door de combinatie van de inhoudelijke verwevenheid en de rol van de rechercheofficier als eindverantwoordelijke voor de drie aangiftes, de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Dat blijkt uit het feit dat een brigadier de drie aangiftes met elkaar in verband heeft gebracht.

Volgens de voorzieningenrechter zijn er geen aanknopingspunten voor enige vorm van belangenverstrengeling. Omdat dezelfde partijen bij de verschillende aangiftes zijn betrokken en de achterliggende feiten deels met elkaar zijn verweven, zal het feitenonderzoek logischerwijs ook deels overlappen. Dat betekent nog niet dat de beoordelingen van de aangiftes onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.

Volgens de voorzieningenrechter is juist sprake van het tegendeel, omdat de Staat door het aanwijzen van twee zaaksofficieren voor de behandeling van de aangiftes een extra waarborg heeft ingebouwd voor een onafhankelijke beoordeling. De rechercheofficier heeft volgens de voorzieningenrechter slechts een coördinerende rol als eindverantwoordelijke, zodat diens betrokkenheid niet leidt tot een ander oordeel.