Clicky


Tien jaar cel voor onder andere poging doodslag in Lunteren

Tien jaar cel voor onder andere poging doodslag in Lunteren
15-07-2021 14:37 | Misdaad | auteur Redactie

ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 36-jarige man uit Rosmalen voor het samen plegen van een poging tot doodslag, het teweegbrengen van een ontploffing en een poging tot afpersing. Hij krijgt een celstraf van 10 jaar. De man werd ook verdacht van het opzettelijk in bezit hebben van MDMA, maar de rechtspraak de man hiervan vrij.

In de vroege ochtend van 27 februari 2020 ontving de politie een melding over een verdachte situatie in een straat in Lunteren. Een grijskleurige auto reed daar rondjes en de personen in het voertuig doken weg toen de melder voorbij kwam. Ter plaatse trof de politie een slachtoffer aan, liggend op de grond met zijn hoofd in een plas bloed. Het slachtoffer was door 2 personen met metalen staven geslagen, onder meer op zijn hoofd. Deze metalen staven trof de politie later aan op het erf van een boerderij in Lunteren. Ook werd daar vlakbij de telefoon van het slachtoffer gevonden. 

Anderhalve week later, op 10 maart 2020, werd er vuurwerk tegen de voordeur van een restaurant in Ede vastgeplakt en tot ontploffing gebracht. Op de deur hing een briefje met de tekst: 'Wat met jou broertje is gebeurt gaat nog veel erger met jou gebeuren. Betaal ons nu!!'. De eigenaar van dit restaurant is de broer van het slachtoffer van het geweldsincident in Lunteren. Tijdens het incident zag een getuige twee personen met capuchons over hun hoofd in een voertuig stappen. Deze getuige herkende zowel de personen als het voertuig op de camerabeelden van het incident in Lunteren als zijnde dezelfde personen en hetzelfde voertuig zoals de getuige waarnam op 10 maart 2020 in Ede. 

Tijdens het onderzoek naar deze incidenten kwam de politie bij de 36-jarige man uit door een match in de DNA-databank. Op de tape waarmee het briefje op het pand was geplakt, trof de politie het DNA van de man aan. Verder onderzoek naar het handschrift op het briefje wees uit dat het handschrift waarschijnlijk is vervaardigd door de schrijver in (onder ander) de agenda's die in de woning van de man zijn aangetroffen. Kijkend naar de inhoud van de tekst, had de schrijver van het briefje ook wetenschap van de anderhalve week eerder gepleegde poging tot doodslag. Door deze omstandigheden gaat de rechtbank ervan uit dat het DNA-spoor op de tape delict gerelateerd is en door de man is achtergelaten.

Verder had de man tijdens de incidenten een vergelijkbare grijskleurige auto op zijn naam, waarvan het kenteken grotendeels overeenkwam met het kenteken dat door een getuige was waargenomen. Ook straalde de telefoon van de man op het van de incidenten aan bij telefoonmasten in Lunteren en Ede. Verder trof de politie in de woning van de man een hoodie aan die grote gelijkenissen vertoonde met de trui van 1 van de 2 personen die op de camerabeelden in Ede was gezien.

Dat de man zowel zijn auto als zijn telefoon én zijn hoodie in de periode rond de incidenten had uitgeleend aan een persoon - die bij hem in de woning zou verblijven – is volgens de rechtbank ongeloofwaardig en ook onvoldoende concreet.

De rechtbank houdt bij de strafbepaling rekening met het feit dat het hier gaat om zeer ernstige misdrijven. Bij het incident in Lunteren werd het slachtoffer meerdere keren op zijn hoofd geslagen en voor dood achtergelaten op straat. Dat geeft blijk van een kille en gewetenloze daad. Slechts anderhalve week later werd een explosief op de deur van het restaurant in Ede geplakt en tot ontploffing gebracht. Daarbij werd geprobeerd om de eigenaar van het restaurant af te persen. Deze ernstige misdrijven hadden die een enorme impact op de beide slachtoffers. Ze ervaren nog steeds de nadelige gevolgen van de incidenten.

De rechtbank vindt alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur passend. Mede door de proceshouding van de man ziet ze reden een hogere straf op te leggen dan de 8 jaar gevangenisstraf die de officier van justitie heeft geëist.

Daarnaast wijst de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen merendeels toe. De man moet in totaal ruim 21 duizend euro aan de slachtoffers betalen, waarvan het grootste deel aan het slachtoffer van de poging doodslag.