Clicky


Vertrouwen woningmarkt verder gestegen

Vertrouwen woningmarkt verder gestegen
29-06-2021 10:04 | Binnenland | auteur Redactie

AMSTERDAM - Ook het afgelopen kwartaal is het vertrouwen in de woningmarkt verder gestegen. Zowel starters als woningbezitters zijn positiever over de economische situatie. De eigen financiële situatie wordt vooral positief beoordeeld door woningbezitters. De verwachting dat de hypotheekrente weer zou kunnen gaan stijgen beïnvloedt de ING Woonindex wel negatief. Nog steeds denkt bijna de helft van de woningbezitters zijn huis binnen één maand te kunnen verkopen. Daarnaast wordt de koopwoningmarkt op dit moment als erg duur en met weinig aanbod ervaren. Positief aan de woningmarkt vindt men de aanhoudende lage hypotheekrente.

Meeste verhuisbewegingen positief gedreven en niet ‘noodgedwongen’

Een verhuizing naar een andere woonplaats wordt in zes van de tien gevallen positief gedreven door de liefde of een voorkeur voor een nieuwe omgeving. 23 procent verhuist ‘noodgedwongen’ vanwege familieomstandigheden, studie of werk en 12 procent verhuist naar een andere woonplaats omdat er geen betaalbare woning was die voldeed aan hun wensen. 60 procent van de ondervraagden met verhuisplannen naar een andere woonplaats, verhuist binnen 30 kilometer van hun huidige woonplaats.

‘Thuis voelen’ kost tijd: bij 25 procent meer dan een jaar

Na een verhuizing voelt men zich niet altijd thuis in de nieuwe woonplaats. Bij anderen mensen gaat dit juist wel  zeer snel. Ongeveer 30 procent van de mensen die wel eens is verhuisd, voelt zich binnen één maand thuis. Maar een kwart van de mensen voelt zich pas thuis na meer dan één jaar, sommigen pas na vier jaar (3 procent) of nog steeds niet (5 procent). Het niet meteen thuis voelen komt met name doordat men een andere mentaliteit ervaart (38 procent). Ook groepsvorming (25 procent) en meer afstandelijkheid (21 procent) worden genoemd als redenen waarom iemand  zich niet direct thuis voelt. Wim Flikweert, manager Wonen: “Verhuizers’ naar een andere woonplaats missen niet zozeer de stenen maar vooral de sociale contacten van hun oude omgeving, zoals vrienden, familie, buren, verenigingen, kerk en kroeg. Maar 16 procent van de ‘verhuizers’ geeft aan de oude woning te missen. Verhuizen is daarmee voor velen een ingrijpende gebeurtenis.”

Bijna de helft van de buren vindt dat nieuwe bewoners zich moeten aanpassen

Verhuizen kan invloed hebben op de (sociale) binding met de oude woonplaats. 35 procent van de respondenten verwacht ook na verhuizing nog intensief contact met familie, vrienden en sportverenigingen in hun oude woonplaats te houden. 50 procent vermoedt dat die contacten flink afnemen, terwijl 12 procent van de respondenten zegt vrijwel nooit meer terug te keren naar de oude woonplaats.

Zowel de oude als de nieuwe bewoners in een wijk proberen zich aan te passen. De helft van de oude bewoners vindt dat nieuwe bewoners zich aan moeten passen aan hun nieuwe woonplaats, tegenover 27 procent die vindt dat de huidige bewoners zich moeten aanpassen aan de nieuwe bewoners. Opvallend: hoe langer iemand in zijn wijk woont, hoe meer bewoners van mening zijn dat zij zich niet aan hoeven te passen: 33 procent van de mensen die ergens kort wonen, zijn bereid zich aan te passen aan nieuwkomers tegen 22 procent van de bewoners die er al langer wonen.

Bijna de helft heeft last van ‘biedingen van buiten’ 

Slechts 17 procent van de respondenten geeft aan dat woningen vooral door mensen van buiten de regio worden gekocht. Deze minderheid neemt het nieuwkomers overigens niet kwalijk; 40 procent hiervan vindt nieuwe buren van buiten de regio een verrijking voor de buurt tegen slechts 17 procent die negatief is. Flikweert: “De afgelopen periode zijn, mede door corona, veel mensen buiten hun eigen regio gaan kijken naar een huis. Het is goed om te zien dat die verschuiving door een grote groep wordt gezien als een verrijking en er begrip is tussen oude en nieuwe bewoners.”

Bijna de helft van de ondervraagden is het eens met de stelling dat huidige bewoners van een woonplaats geen woning meer kunnen kopen doordat mensen van buiten de woonplaats vaker meebieden. Een minderheid (43 procent) vindt dan ook dat de huidige bewoners van een woonplaats voorrang moeten krijgen op aangeboden huizen in de eigen woonplaats.

Foto's

  • Smilda
    Smilda