Clicky


Minister niet verplicht om verzoek tot strafoverdracht te ondersteunen

Minister niet verplicht om verzoek tot strafoverdracht te ondersteunen
17-05-2021 12:05 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag heeft de vordering van een 76-jarige Nederlander die al 37 jaar vastzit in een Amerikaanse gevangenis en vroeg om overplaatsing naar Nederland, afgewezen.

De man zit vast vanwege de (huur-)moord op zijn vrouw en stiefdochter en wil het restant van zijn straf uitzitten in Nederland. Hij meent dat hij voldoet aan de regels daarvoor en dat er, ook als hij daaraan niet voldoet, voor hem een uitzondering moet worden gemaakt. Hij is een kort geding gestart tegen de Staat omdat de minister voor Rechtsbescherming weigert om zijn verzoek tot strafoverdracht te ondersteunen. Volgens de rechter heeft de minister een grote mate van beleidsvrijheid in deze kwestie. De rechter kan alleen ingrijpen als geoordeeld wordt dat de minister in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot zijn beslissing. Dat is hier niet het geval.

De rechter moet ervan uitgaan dat eiser in de VS terecht is veroordeeld. De vraag of eiser wel of niet schuldig is aan de moorden kan in dit geding dus geen rol spelen. De rechter wijst er daarbij op dat eiser in de VS  in een herzieningsprocedure opnieuw is veroordeeld voor de moorden en dezelfde straf heeft gekregen als in de eerste procedure die wegens fouten moest worden herzien. Er zijn geen aanknopingspunten om aan te nemen dat er bij die nieuwe veroordeling iets mis is gegaan of dat die verband houdt met gebreken in de consulaire bijstand vanuit Nederland.

De minister baseert zijn weigering om mee te werken aan strafoverdracht op het Beleidskader. Daarin staat dat een vereiste voor strafoverdracht is dat de veroordeelde binding met Nederland moet hebben. Eiser woonde tijdens zijn arrestatie al dertien jaar in de VS met zijn gezin en van concrete plannen om in die tijd naar Nederland te verhuizen is niet gebleken. De minister heeft volgens de rechter in redelijkheid kunnen beslissen dat eiser geen binding heeft met Nederland. Daarom is niet voldaan aan de eisen van het Beleidskader.

Ook als Nederland fouten zou hebben gemaakt in de consulaire bijstand (wat overigens niet vast staat) wil dat nog niet zeggen dat de Staat daarom nu moet meewerken aan strafoverdracht. De minister heeft volgens de rechter ook kunnen beslissen dat de door eiser aangevoerde humanitaire gronden niet tot die conclusie kunnen leiden.