Cel en werkstraf geëist tegen drugsgebruikende buschauffeur

AMSTERDAM - Een buschauffeur die op het Stadionplein in Amsterdam onder invloed van drugs een tram aanreed, hoorde donderdag een celstraf van vier maanden, waarvan twee voorwaardelijk, tegen zich eisen. Daarnaast eist de officier van justitie een werkstraf van honderd uur en een rijontzegging van twee jaar. De chauffeur was volgens het Openbaar Ministerie onder invloed van MDMA en GHB toen hij op 4 mei 2018 achterop een stilstaande tram reed.

Bij het ongeval in de buurt van het Olympisch Stadion raakten veertien mensen gewond, van wie twee ernstig. Een van hen liep een gescheurd jukbeen op, een ander slachtoffer een gebroken nek en hersenschudding. Volgens getuigen reed de chauffeur zonder te remmen met volle vaart achterop de tram.

In de rechtbank in Amsterdam vertelde de 28-jarige chauffeur Ismaël W. dat hij afgeleid was en niet uitgerust. "Het was een periode dat ik vaak uitging en drugs gebruikte." In het weekend voorafgaande aan zijn werkweek had hij xtc en GHB gebruikt en doordeweeks nogmaals GHB. "Ik voelde me niet helemaal lekker die dag, ik had nauwelijks gegeten en ging met lege maag rijden. Ik besloot te rijden om geld te verdienen."

De officier van justitie noemde het onverantwoordelijk gedrag van de chauffeur "om toch te gaan rijden en de gezondheid van de passagiers in de waagschaal te stellen. Hij had volledig lak aan zijn verantwoordelijkheid voor zijn passagiers." W. raakte zijn rijbewijs kwijt. Hij bezorgt tegenwoordig maaltijden op de fiets.

Terwijl hij geen rijbewijs had trof de politie hem in april vorig jaar toch achter het stuur van een stilstaande personenauto met draaiende motor op een weg bij Nijkerk, opnieuw onder invloed van geestverruimende middelen. Hij wilde naar een feest in Amersfoort, maar was onaanspreekbaar. "Hij was letterlijk en figuurlijk de weg kwijt op dat moment", aldus de officier van justitie. W. ontkende in de rechtbank te hebben gereden in deze auto. Zijn advocaat stelt dat niet bewezen kan worden dat zijn cliënt de auto bestuurde en pleitte daarom voor vrijspraak.

Over het incident op het Stadionplein in Amsterdam wees de raadsman van W. op de wisselende verklaringen van getuigen. Zo weet niemand precies hoe hard de buschauffeur reed, waarmee het harde bewijs voor het onverantwoordelijke gedrag in het verkeer volgens de raadsman ontbreekt.

"Het had niet mogen gebeuren", zei W. in het laatste woord. "Als er iets misgegaan is, moet ik daarvoor boeten. Daar ben ik het mee eens."

De rechtbank doet op 25 maart uitspraak.