Klaver krijgt gedroomde 'linkse alliantie' niet van de grond

DEN HAAG - GroenLinks krijgt de brede progressieve alliantie die de partij wil sluiten met PvdA, SP en D66 nog altijd niet van de grond. Geen van de genoemde partijen wil al voor de Tweede Kamerverkiezingen afspraken maken over onderwerpen waarop zij samen optrekken.

In een interview met De Volkskrant pleit GroenLinks-voorman Jesse Klaver voor een zogenoemd stembusakkoord, waarin de linkse partijen afspreken wat zij samen willen bereiken in een eventueel kabinet. Dat moet volgens hem gaan over een klimaatplan, de verhoging van het minimumloon en investeringen in het onderwijs.

D66-leider Kaag laat weten dat zij op eigen kracht de verkiezingen in wil. "Wij geloven niet dat het goed is voor Nederland als de politiek nu in blokken tegenover elkaar gaat staan. Daar heeft niemand iets aan in deze crisistijd", zegt zij tegen de NOS. Wel streeft Kaag naar "een zo progressief mogelijk kabinet ".

De PvdA blijft bij haar eerdere standpunt dat zij alleen samen met een andere linkse partij in een volgend kabinet gaat zitten. "Dus SP of GroenLinks", aldus een woordvoerder. Een bredere coalitie waar ook D66 deel van uitmaakt, zien de sociaaldemocraten niet zitten.

De partijleider van de SP Lilian Marijnissen zei in een eerder interview met De Volkskrant al dat ze zich niet wil vastleggen op zo’n links blok. De SP kan ook goed regeren met het CDA of de ChristenUnie, aldus Marijnissen.

De politieke jongerenorganisaties van GroenLinks, PvdA en D66 roepen de partijen op na de verkiezingen wel "schouder aan schouder te staan" waar het gaat om onderwijs, wonen, werken en klimaat. Zij vinden dat die thema's de afgelopen kabinetsperiode onderbelicht zijn gebleven, en dat jongeren daarvan de dupe zijn.

De afgelopen jaren wisten GroenLinks, PvdA en SP elkaar vaker te vinden. Zo presenteerden ze rond Prinsjesdag enkele keren een tegenbegroting en maakten ze vorig voorjaar samen een vuist tegen de belastingverlaging van grote bedrijven, die het kabinet wilde doorvoeren.

Maar de linkse partijen stonden soms ook lijnrecht tegenover elkaar. Zo steunde de SP, tot afgrijzen van PvdA en GroenLinks, de stikstofplannen van het kabinet. En de socialisten stonden weer langs de zijlijn toen de de twee andere partijen het kabinet aan een parlementaire meerderheid hielpen voor hun woonbeleid.

In 2017 zat GroenLinks al eens aan de onderhandelingstafel voor de samenstelling van een nieuwe coalitie, maar toen haakte de partij af. D66 stapte wel in, evenals de ChristenUnie.