Clicky


Deskundigen: hoofdverdachte Ruinerwold kan niet terechtstaan

Deskundigen: hoofdverdachte Ruinerwold kan niet terechtstaan
10-02-2021 13:25 | Binnenland | auteur ANP

ASSEN - Deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) zijn van oordeel dat Gerrit Jan van D., hoofdverdachte in de Ruinerwoldzaak, niet in staat is om terecht te staan. De man heeft als gevolg van een herseninfarct in 2016 grote hersenschade opgelopen. Communicatie met hem is nauwelijks mogelijk. Wat hij wel en niet begrijpt is niet vast te stellen.

Dat gaven drie deskundigen van het PBC (een psychiater, een logopedist en een neuropsycholoog) woensdag te kennen bij de rechtbank in Assen. De rechtbank heeft een zitting belegd om vast te stellen of verdere vervolging van de 68-jarige Van D. mogelijk is.

Van D. wordt onder meer beschuldigd van jarenlange vrijheidsberoving van zes van zijn kinderen. Hij zou hen, samen met medeverdachte Josef B., tegen hun wil hebben vastgehouden op een afgelegen boerderij in de buurt van het Drentse dorp Ruinerwold. De zaak kwam in oktober 2019 aan het licht toen een van de kinderen erover sprak in een café.

Proces volgen

Na zijn arrestatie rees al snel de vraag of Van D. wel in staat zou zijn zijn proces te volgen. Zijn advocaten denken van niet en hebben de rechtbank vorig jaar al gevraagd een al dan niet voorlopig einde te maken aan de zaak.

Vorige maand heeft de rechtbank zelf gesproken met Van D. Daarvan zijn beeld- en geluidsopnamen gemaakt, die de deskundigen hebben bekeken. Het gesprek met de rechtbank heeft hen bevestigd in hun eerdere oordeel: Van D. kan niet terechtstaan, omdat hij te weinig begrijpt, te gebrekkig communiceert en zich niet zal kunnen verweren. De deskundigen verwachten geen verbetering van betekenis in de toestand van Van D.

Vervoersproblemen

De rechtbank zal naar verwachting een psycholoog van het PBC woensdagmiddag horen. Hij kon door vervoersproblemen het gerechtsgebouw in Assen niet op tijd bereiken.

Vier kinderen van Van D. volgen de zitting in een andere zaal. Hun advocaat heeft namens hen gevraagd op 18 februari het woord te mogen voeren, om hun visie kenbaar te kunnen maken. Op die dag zullen het Openbaar Ministerie en de advocaten van Van D. hun standpunten over de verdere vervolging van Van D. innemen. De rechtbank beslist op 4 maart.

Medeverdachte Josef B. is in oktober op vrije voeten gekomen, in afwachting van zijn proces. Hij was een goede vriend van Van D. en fungeerde als klusjesman. B. heeft eerder gezegd dat de strafzaak in zijn zaak "een heksenjacht" is.