Clicky


Voorgenomen gunning hoofdrailnet aan NS mag doorgaan

Voorgenomen gunning hoofdrailnet aan NS mag doorgaan
01-12-2020 13:52 | Algemeen | auteur ANP

DEN HAAG - De onderhandse gunning van de concessie voor het zogeheten hoofdrailnet kan voorlopig doorgaan. Een kort geding van een groep vervoerders tegen dat plan van staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat bracht daar geen verandering in. De voorzieningenrechter in Den Haag vindt de zaak te ingewikkeld om in kort geding te behandelen.

Onder meer Arriva, Transdev, QBuzz, Keolis en EBS hadden bezwaar gemaakt tegen de plannen van de staatssecretaris. Die wil de concessie voor het hoofdrailnet met tien jaar verlengen. NS verzorgt daar nu het vervoer en mag dat volgens de huidige concessie tot eind 2024 doen. De nieuwe concessie zou van 2025 tot en met 2034 lopen.

De andere vervoerders menen dat de staatssecretaris te vroeg is met het verlengen van de concessie en wijzen daarbij op een Europese richtlijn, maar de Staat interpreteert de regel zo dat hij uiterlijk eind december 2023 een beslissing moet nemen voor de nieuwe concessie. Dat betekent dat er dertien maanden tijd zit tussen de gunning en het moment dat die ingaat.

Uit de Europese regels wordt niet duidelijk hoe lang van tevoren een concessie mag worden gegund, stelt de voorzieningenrechter. Uiteindelijk zal het Hof van Justitie van de Europese Unie de regels echter moeten verduidelijken. De rechter in Den Haag vond de argumenten van de vervoerders echter niet onaannemelijk. Volgens de rechter zal Van Veldhoven daardoor haar plannen wellicht nog moeten wijzigen. De overheid mag namelijk geen beslissingen nemen die tegen het recht van de Europese Unie ingaan.

De Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), waar Arriva, Transdev, Qbuzz, Keolis en EBS deel van uitmaken, neemt kennis van de uitspraak dat de Staat geen voorstel mag uitwerken dat in strijd is met het Europese recht omdat dit niet onzorgvuldig mag zijn. "Op basis van het vonnis zullen wij de Staat vragen om de vereiste verduidelijking bij Europa te gaan halen. Dat is het logisch vervolg op de uitspraak van de rechter."

FMN gaat er dan ook vanuit dat de Staat hier direct opvolging aan geeft. "Dat de rechter ook meldt, dat een kort geding niet de setting is om een vergaand oordeel te vellen over de onverenigbaarheid met het Europese recht, doet aan die opdracht van de kortgedingrechter niet af", aldus de federatie.