Clicky


De Jonge kijkt naar quarantaineplicht 'als stok achter de deur'

De Jonge kijkt naar quarantaineplicht 'als stok achter de deur'
14-10-2020 10:14 | Coronavirus | auteur ANP

DEN HAAG - Mensen die niet vrijwillig thuisblijven omdat ze besmet zijn met het coronavirus of in nauw contact zijn geweest met een besmet persoon, kunnen hiertoe mogelijk worden verplicht. Coronaminister Hugo de Jonge onderzoekt mogelijkheden om zo'n quarantaineplicht in te voeren, met een boete of andere straf als sanctie.

Zo'n 10 procent van de besmette mensen houdt zich niet of niet volledig aan de quarantaineregels. Ook nauwe contacten van besmette mensen wordt geadviseerd in quarantaine te gaan, maar 15 procent van die groep houdt zich daar niet aan, blijkt uit onderzoek van Berenschot. Ook de GGD trok al eerder aan de bel over quarantainemijders. "Dit vormt een groot risico op verdere verspreiding, zeker als nu het aantal besmettingen blijft toenemen", schrijft minister De Jonge.

Maar over een plicht is de bewindsman niet enthousiast. Liever helpt hij mensen de tijd thuis te overbruggen met een 'quarantainegids' en hulp van de gemeenten en het Rode Kruis. Als een "stok achter de deur" is een verplichting toch nodig, denkt De Jonge. "Pas in een uiterste situatie, als mensen willens en wetens quarantaine weigeren, zal ik overgaan tot bijvoorbeeld de mogelijkheid van het verplicht opleggen van quarantaine."

Dat kan mogelijk landelijk opgelegd worden, of via de veiligheidsregio's. De Jonge schrijft aan de Tweede Kamer dat zijn ministerie, in samenwerking met Justitie, kijkt naar wat de beste optie is. "Over enkele weken" wil hij de Kamer hierover meer informatie geven.

Overigens is ook gekeken naar verplichte deelname aan bron- en contactonderzoek, waarbij mensen die in contact zijn gekomen met een besmette persoon hierover worden ingelicht. Van zo'n plicht ziet het kabinet toch af. "Op basis van deze gesprekken en verkenning concludeer ik dat het verplicht stellen van deelname aan het BCO op dit moment meer nadelen dan voordelen kent", schrijft De Jonge.

Het kabinet erkent dat verplicht thuis blijven voor sommige mensen, bijvoorbeeld oproepkrachten, betekent dat ze inkomsten mislopen. Ook kunnen sommige werknemers een tijdlang niet werken. Er is gekeken naar een manier om werknemers en werkgevers te compenseren, omdat de sociale regelingen en de coronasteunpakketten hier niet altijd in voorzien. Dit stuitte echter op problemen. Nu onderzoekt het kabinet een 'generieke compensatie' voor doorbetalende werkgevers, maar ook dat lijkt nog niet zo makkelijk.

Omdat de specifieke situatie van de werkgever lastig in te schatten is, kan het voorkomen dat bedrijven te veel of te weinig compensatie krijgen. Bovendien zijn de uitvoeringsorganisaties van de overheid zo overbelast door onder meer de coronasteunmaatregelen, dat een nieuwe regeling waarschijnlijk te veel wordt. Het kabinet blijft hierover in gesprek met vakbonden en werkgeversorganisaties.