Minister van Nieuwenhuizen: stand-airco afweging van werkgever
DEN HAAG - Kamerlid Remco van Dijk heeft recentelijk kamervragen gesteld aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het feit dat er soms geen airco’s aanwezig zijn tijdens de hete zomermaanden in vrachtwagencabines.
In het tv-programma 'De Monitor werd recentelijk aandacht besteed aan het feit dat sommige chauffeurs 's nachts in een snikhete cabine liggen te slapen.
Van Dijk wil van de Minister weten wat haar oordeel over het feit is dat vrachtwagenchauffeurs in deze snikhete cabines moeten overnachten.
Van Nieuwenhuizen: "Ik herken de noodzaak van een goede nachtrust voor vrachtwagenchauffeurs. Het is uiteraard voor niemand prettig om in te warme omstandigheden te moeten overnachten. Voor een goede nachtrust is in de Europese verordening van rij- en rusttijden (561/2006) opgenomen dat de normale wekelijkse (45 uurs) rust buiten het voertuig moet plaatsvinden. De werkgever is bovendien verplicht om de kosten die daarmee gemoeid zijn te vergoeden (artikel 8, lid 8). Voor de dagelijkse rust is het aan de werkgever om een afweging te maken over de aanschaf van bijvoorbeeld een stand-airco."
"De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) faciliteert deze aanschaf door het aanbieden van een energie-investeringsaftrek. Hiermee kunnen ondernemers een korting krijgen op de fiscale winst. Verder is het aan de werkgevers en werknemers om onderling afspraken te maken over een goede nachtrust."
Transport Online heeft hier in 2018 ook aandacht aan besteed.
Uit een enquête van vakbond CNV uit 2019 bleek dat slechts twintig procent van de vrachtwagenchauffeurs in Nederland een stand-airco in de cabine heeft. Van Dijk wil weten hoe zij hier tegenaan kijkt.
"Ik onderschrijf het belang van chauffeurs om hun werk op een prettige, gezonde en veilige manier te kunnen uitvoeren. De aanschaf van bijvoorbeeld een standairco ligt in eerste instantie bij werkgevers in overleg met de werknemers. Om werkgevers tegemoet te komen in de kosten van deze investering, is er vanuit de overheid een energie-investeringsaftrek.
In landen als Spanje en Italië is een stand-airco bij wet geregeld. Van Dijk wil weten of hier draagvlak voor is in Nederland. Echter de Minister laat weten dat in de ons omringende landen ook geen wettelijke verplichting is voor een stand-airco.
Daarnaast wil van Dijk weten of zij de mening deelt dat het overnachten in een snikhete cabine van meer dan 40 graden in strijd is met de Arbeidsomstandighedenwet en of zij de mening deelt dat het gevaarlijk is wanneer een vrachtwagenchauffeur niet goed kan uitrusten en daardoor vermoeid de weg op gaat.
Van Nieuwenhuizen: "De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt toezicht op de naleving van de rij- en rusttijden waarvan de regels zijn opgenomen in het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Als onderdeel daarvan handhaaft de ILT bijvoorbeeld dat de normale wekelijkse rust niet doorgebracht wordt in de cabine. Het overnachten onder te warme omstandigheden voor de dagelijkse rust vind ik niet wenselijk in het kader van goede werkomstandigheden van de chauffeur. Het is aan de werkgever om ervoor te zorgen dat chauffeurs onder de juiste omstandigheden kunnen rusten. De stand-airco is daarmee onderwerp van overleg tussen werkgevers en werknemers. Ik ga er vanuit dat dit overleg op zorgvuldige wijze plaatsvindt, want ook werkgevers zullen deze omstandigheden belangrijk vinden."
Recht op comfortabele en veilige werkplek
Tjisse van Rijssel, bestuurder bij CNV Vakmensen zei in 2018: “Een chauffeur heeft recht op een comfortabele en veilige werkplek. Daar horen ook een standairco en standkachel bij, waarmee chauffeurs zelf de cabine-temperatuur kunnen regelen. Een werkgever die daar geen geld voor over heeft, neemt een onverantwoord risico met zijn chauffeurs en de veiligheid op de weg. Tegen chauffeurs die zonder standairco moeten overnachten zeg ik: blijf niet in je hete cabine, maar zoek een hotel en stuur de rekening maar naar je baas. Als chauffeur mag je weigeren om in je cabine te overnachten, dat recht heb je.”