Clicky


Nog geen resultaat in zoektocht sinds 1974 vermiste vrienden

Nog geen resultaat in zoektocht sinds 1974 vermiste vrienden
08-09-2020 18:13 | Binnenland | auteur ANP

LIESSEL - Een gespecialiseerd bedrijf heeft dinsdag samen met de politie gezocht naar een auto die in de bodem van een diepe waterplas bij Liessel zou liggen. In die auto zouden in 1974 twee vrienden vanuit een café in Deurne zijn vertrokken en sindsdien spoorloos zijn. De politie heeft aanwijzingen dat die auto mogelijk in de plas gedumpt is. In het diepe water van de zandafgraving bij het Brabantse dorp werd dinsdag echter niets gevonden. De zoektocht gaat de komende drie dagen verder.

Gezocht is in het water pal voor het terrein van kalksteenfabriek Xella. De door zandwinning ontstane plas De Brink is op sommige plekken meer dan 20 meter diep. Maar op de plek waar gezocht wordt zou het om 7 meter gaan. Het bedrijf heeft er zand weggehaald zodat duikers woensdag kunnen kijken of er een auto ligt. Wellicht de rode Fiat 750 coupé waarmee de twee vrienden voor het laatste gezien zijn.

Oudere mensen in het dorp herinneren zich Piet Hölskens (22) en Hans Martens (21) nog goed. Een van hen vertelt over geruchten, dat Hans verliefd was op een getrouwde vrouw. De jaloerse echtgenoot zou Hans en zijn vriend daarom vermoord hebben. De woordvoerder van de politie zegt dat verhaal te kennen. "We zijn indertijd met die man in gesprek geweest. Hij zei van niets te weten. Hij is nooit verdachte in deze zaak geweest."

De politie benadrukt dat de zaak hoe dan ook verjaard is. Maar Jan, de broer van de vermiste Piet Hölskens, heeft dinsdag aan de oever van De Brink een witte doodskist neergezet, met twee rode rozen erop. Boven de kist hangt een spandoek: moord mag niet verjaren. Inmiddels hebben ruim 2500 mensen een petitie met die strekking getekend.

Het blijft onduidelijk wat met de twee is gebeurd. Toen Hans en Piet verdwenen waren, werd verteld dat ze naar Frankrijk waren vertrokken om zich aan te sluiten bij het Vreemdelingenlegioen, zegt iemand die de jongens geregeld in het café tegenkwam. Hij kan zich het tweetal goed herinneren. "Het waren stratenmakers. Die verdienden goed geld. Dat gaven ze 's avonds in de kroeg uit."