Drie provincies willen af van ov-contract met Keolis
ARNHEM - Gelderland, Flevoland en Overijssel willen af van een contract waarin een deel van het busvervoer in de drie provincies is gegund aan het ov-bedrijf Keolis. Dat is dinsdag te lezen op de website van provincie Gelderland. "Na juridisch onderzoek hebben de provincies geconstateerd dat bij de aanbesteding door Keolis opzettelijk onjuiste informatie is verstrekt", zo staat er als reden voor de voorgenomen ontbinding.
De provincies stellen dat "integer handelen, een eerlijk speelveld en je aan de regels houden basisprincipes zijn waar niet aan getornd mag worden". Welke onjuiste informatie is verstrekt, wordt niet genoemd.
De zogenoemde concessie IJssel-Vecht gaf Keolis het recht om het busvervoer te verzorgen in delen van de drie provincies. Zo zou dat voor de Veluwe en Midden-Overijssel ingaan vanaf 13 december 2020, voor Lelystad per 4 september 2021 en voor IJsselmond per 10 december 2023.
In een reactie zegt Keolis "met grote teleurstelling kennis te hebben genomen van het besluit". Het bedrijf zegt vol vertrouwen te zijn geweest over een goede afloop, "juist door openheid te hebben geboden en in te hebben gezet op herstel".
De provincies zeggen dat bij hen de reiziger vooropstaat en dat ze daarom werken aan noodmaatregelen om het busvervoer vanaf december te laten doorgaan. Dat wordt nu onderzocht. De situatie rondom dit contract met Keolis levert volgens hen "op dit moment geen belemmering op voor andere lopende concessies" met het vervoersbedrijf.
CNV Vakmensen zegt grote vraagtekens te zetten bij het besluit van de provincies. "We begrijpen dat de provincies zich bedrogen voelen, maar het intrekken van de concessie heeft verstrekkende en onvoorziene gevolgen voor reizigers en werknemers. We vragen ons echt af of er geen andere mogelijkheden waren om dit op te lossen", zegt onderhandelaar Peter de Ridder van CNV Vakmensen. "De provincies hadden bijvoorbeeld ook een andere sanctie kunnen opleggen, als straf en signaal. Bedenk ook dat de verkeerde handelwijze van Keolis, hoe laakbaar ook, achteraf gezien geen invloed heeft gehad op het winnen van de aanbesteding. Dat zegt de gedeputeerde zelf. Door er nu een keiharde principekwestie van te maken, zitten we met een kolossaal probleem en weten we niet waar dit gaat eindigen."