CNV Vakmensen wil pauze van een jaar voor alle aanbestedingstrajecten openbaar vervoer
UTRECHT - CNV Vakmensen wil dat alle lopende aanbestedingstrajecten in het openbaar vervoer met minimaal een jaar worden opgeschort. De vakbond heeft hierover een brief gestuurd naar het samenwerkingsverband van decentrale ov-autoriteiten (DOVA).
“De coronacrisis en de gevolgen op langere termijn zorgen voor grote onzekerheid bij vervoersbedrijven. Hoe gaat dit allemaal aflopen? Wat betekent dat voor investeringen die nodig zijn? Wij vinden het in deze crisistijd zeer onverstandig om door te gaan met aanbestedingstrajecten, omdat het slecht zal uitpakken voor reizigers en werknemers”, zegt Hanane Chikhi, landelijk onderhandelaar openbaar vervoer bij CNV Vakmensen.
“We pleiten daarom voor een pas op de plaats, een pauze van minimaal een jaar. Dat geeft tijd en ruimte en hopelijk zicht op financieel betere tijden. Deze periode kan benut worden om opnieuw te kijken wat we van het openbaar vervoer in de provincie verwachten, maar ook wat de provincies over hebben voor goed en betrouwbaar openbaar vervoer, uitgevoerd door bedrijven die financieel solide zijn.”
Aanbestedingen
Er lopen op dit moment meerdere aanbestedingstrajecten, andere starten de komende tijd. Het gaat bijvoorbeeld om de concessies Zaanstreek-Waterland, Fryslan, Zuid Holland Noord, Rijn-Waal, West Brabant en de treinconcessie Ede-Amersfoort.
Chikhi hoopt dat het pleidooi van CNV Vakmensen gehoor krijgt bij de opdrachtgevers die de nieuwe concessies verlenen: “Het uitstellen van aanbestedingstrajecten zorgt voor rust en duidelijkheid bij de ov-bedrijven en alle werknemers. Dat is hard nodig nu. De coronacrisis vergt alle aandacht, ook bij de vervoersbedrijven die graag in deze tijd hun vitale rol op een zorgvuldige manier willen kunnen blijven vervullen.”
Geen ruimte voor investeringen
De coronacrisis heeft voor de vervoersbedrijven ook financiële gevolgen, zegt Chikhi: “Dat betekent dat OV-bedrijven minder of zelfs geen ruimte zullen hebben om te investeren in een beter openbaar vervoer in de regio.”
Verder wijst CNV Vakmensen op de personele gevolgen van concessiewisselingen. Dat heeft altijd gevolgen voor de indirecte medewerkers (met name ondersteunende functies), die niet vanzelfsprekend een baan krijgen bij de nieuwe concessiehouder. Door de coronacrisis zullen OV-bedrijven niet meer de financiële ruimte hebben om voor een goed vangnet te zorgen, verwacht Chikhi. “Er gaan dan grote groepen mensen tussen wal en schip vallen. Dat moeten we met elkaar voorkomen. In deze tijd die naar alle waarschijnlijkheid tot een recessie zal leiden, moeten we het risico op verlies van banen zoveel mogelijk zien te verkleinen.”
Herbezinning op gevolgen marktwerking
De crisis dwingt ook tot herbezinning, vindt CNV Vakmensen. “Het openbaar vervoer wordt terecht gezien als een vitaal onderdeel van onze samenleving. We moeten intussen wel goed beseffen dat álle OV-bedrijven, niet één uitgezonderd, in handen zijn van buitenlandse moederbedrijven. Allemaal worden deze in hun eigen thuismarkt geconfronteerd worden met dezelfde crisis, waarvan het maar de vraag is of deze moeders bij kunnen springen. Wij pleiten niet voor het afschaffen van marktwerking, maar deze crisis geeft wat ons betreft wel aanleiding hier nog eens goed naar te kijken. Een vitale functie kan wat ons betreft niet alleen afhankelijk zijn van alleen buitenlandse moederbedrijven.”