Chauffeur weigert 750 euro vakantiegeldvergoeding, wint rechtszaak en krijgt bijna 6.000 euro

EINDHOVEN - Op 13 februari 2020 heeft de rechter een uitspraak gedaan over het uitbetalen van vakantiegeld over gemaakte overuren. In deze zaak ging het om de vraag of een werknemer recht heeft op een vergoeding van de overuren als onderdeel van het loon dat de werknemer ontving in de periode dat hij met vakantie was.

De chauffeur had gedurende een aantal jaren structureel overuren gemaakt. Over deze uren had de werknemer loon betaald gekregen.

Op de arbeidsovereenkomst was de cao voor het beroepsgoederenvervoer van toepassing. Deze cao bevat een regeling voor de berekening van de waarde van de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Op grond hiervan had de werkgever aan de werknemer een voorstel gedaan om in ruil voor een bruto uitkering van 750 euro af te zien van zijn mogelijke aanspraken wegens onvoldoende vergoeding over de genoten vakantiedagen.

De chauffeur was het hier niet mee eens. De chauffeur was van mening dat deze overuren moeten meetellen bij de vaststelling van het loon dat wordt doorbetaald in de periode dat hij met vakantie was en vorderde een veel hoger bedrag aan overuren en toeslaguren over de genoten vakantiedagen.

De rechter stelde de werknemer in het gelijk. Doordat de werknemer regelmatig heeft overgewerkt, en hiervoor structureel toeslag heeft ontvangen, is deze toeslag een onderdeel geworden van het loon. De werkgever had gedurende de periode dat de werknemer vakantie opnam hetzelfde loon moeten doorbetalen.

De werkgever moet het misgelopen loon á 5.843,36 euro bruto gedurende de periode van 4 jaar alsnog aan de werknemer betalen. Daarnaast is de werkgever veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.

Deze uitspraak kan mogelijk grote gevolgen hebben. Met name betreft het dan de groep chauffeurs die structureel overuren hebben gemaakt.