Clicky


Geen beste dag voor Team De Rooy

Geen beste dag voor Team De Rooy
06-01-2020 16:21 | Etappes | auteur Redactie

NEOM - [update 18:49 uur] De tweede etappe van de Dakar 2020 was geen beste dag voor Petronas Team De Rooy Iveco. Twee lekke banden leverden Janus van Kasteren een verlies van veertig minuten op. Vick Versteijnen verloor anderhalf uur met een gat in de versnellingsbak, en Michiel Becx daardoor ook. Zij kwamen op een achterstand van 2 uur en 29 minuten aan de meet na 367 km. Albert Llovera kwam als hoogst geklasseerde De Rooy Iveco over de finish op de elfde plaats.

Van Kasteren baalde aan de eindstreep. Als derde gestart kon hij vaart maken en inlopen op de Kamaz voor hem. Totdat een lekke band linksachter hem tot stilstand dwong. De tien minuten die het kostte om de band te wisselen maakten dat hij in het stof kwam te rijden. “De hele dag stof, stof, stof. Dan kun je helemaal niks meer, want je rijdt maar op 60 procent.”

Het zoeken naar een waypoint en een tweede lekke band, 8 kilometer voor de finish, maakten de baaldag voor Van Kasteren compleet. “Geen idee waardoor we die banden kapot hebben gereden. Misschien een steen, ik weet het niet. Ze waren gewoon allebei ineens kapot.” In het klassement duikelde Van Kasteren naar de achtste plaats op 42 minuten van klassementsleider Siarhei Viazovich. Llovera staat elfde in de rangschikking.

De Andorrees had een prima dag en reed, net als in de eerste etappe, met verstand. Vanwege zijn handicap kan hij niet de auto uit om te helpen als er een band of iets anders kapot gaat, dus de boel heel houden is van extra groot belang. “Het was een bijzondere dag”, vond Llovera bij aankomst in het bivak bij Neom. “Ferran, mijn navigator, had een superdag. Alle waypoints hadden we snel gevonden. De enige vertraging – 15 tot 20 minuten – kwam van een probleempje met het stuur. Dat kon snel verholpen worden.”

Llovera gaf gas waar het kon, maar reed uiterst voorzichtig door de stukken die bezaaid lagen met stenen. “Een lekke band heb je zo en dat kost meer tijd dan heel rustig rijden. Ik denk dat we het prima hebben gedaan zo.”

Vick Versteijnen ging erg goed van start en reed tijden die hem dik in de top 10 leken te brengen. “We startten als 22ste truck, tussen de auto’s en ssv’s en dat gaf veel stof. Ik wilde er zo snel mogelijk voorbij en dat lukte heel aardig. We konden zelfs een paar trucks inhalen. Bij de verplichte stop zag ik Gerrit Zuurmond en een MAZ staan en daar hadden we onze zinnen al op gezet, toen ik zag dat er olie onderuit de auto stroomde.”

Nader onderzoek wees uit dat er een gat in de versnellingsbak zat, waarschijnlijk door een steen. “Ik schrok me kapot”, vertelt Versteijnen. “Zonder olie in de versnellingsbak is het einde race.” Michiel Becx, met monteur Bernard der Kinderen aan boord, was kort na Versteijnen gestart en zat er dus niet ver achter. “Bernard had alles bij zich wat nodig was om Vick te helpen”, vertelt Becx. “Met kneedbaar aluminium, rubber lappen en spanbanden hebben we de boel zo goed en zo kwaad als mogelijk dichtgemaakt.”

Dat duurde al met al ruim anderhalf uur, maar toen kon de Iveco Powerstar wel weer rijden, tot opluchting van Versteijnen. “We moesten nog wel twee keer stoppen om olie bij te vullen en de bak maakte een raar geluid, maar met samengeknepen billen hebben we toch de finish gehaald. Het klassement is na twee van dit soort dagen wel naar z’n grootje, maar we weten dat het erin zit. Van 22 naar 7 naar 28: dus morgen wordt weer een inhaalrace in het stof. Dat is wel jammer. Maar we weten dat het erin zit en we rijden nog; dat is het belangrijkste.”