Jos B. blijft in voorarrest

MAASTRICHT - De rechtbank in Maastricht ziet geen aanleiding om Jos B. in afwachting van de inhoudelijke behandeling van zijn strafproces op vrije voeten te stellen. De rechtbank wees donderdag een verzoek van B.'s raadsman Gerald Roethof tot opheffing van het voorarrest af.

B. wordt verdacht van het ontvoeren, seksueel misbruiken en doden van de 11-jarige Nicky Verstappen in augustus 1998. B. ontkent hier iets mee te maken te hebben, verder zwijgt hij.

De rechtbank toonde zich donderdag stellig in het afwijzen van het verzoek om vrijlating. De rechtbank houdt ernstig rekening mee dat er geen sprake was van een natuurlijke dood. "Nicky was kerngezond, er zijn aanwijzingen voor seksueel misbruik en wel 27 sporen op het lichaam en de kleding zijn van B.", aldus de rechtbank. Ook is er vluchtgevaar.

De rechtbank besliste verder over een reeks onderzoekswensen in de strafzaak, zoals het horen van getuigen. Ook stemde de rechter in met het verzwaren van de verdenking tegen B. Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de 57-jarige B. nu van gekwalificeerde doodslag in plaats van doodslag. Dat wil zeggen dat iemand is gedood om een ander strafbaar feit - in dit geval seksueel misbruik - te verdoezelen. Voor moord en gekwalificeerde doodslag geldt dezelfde maximale straf.

Een verzoek van Roethof om 55 betrokkenen bij het onderzoek naar de DNA-sporen te horen, werd afgewezen. Wel mag hij twee vrouwen horen die recent verklaarden in 1998 een man op een fiets met een kind achterop gezien te hebben op de Brunssummerheide.

Nicky Verstappen uit Heibloem verdween in 1998 van een zomerkamp op de Brunssummerheide. Een dag later werd zijn lichaam iets verderop gevonden.

Tijdens de zitting een week geleden antwoordde B. op een vraag van de rechtbank of hij Nicky Verstappen kende met "nee". Op de vervolgvraag of hij toentertijd op de Brunssummerheide was, beriep hij zich op zijn zwijgrecht. Gevraagd om een toelichting daarop zei Roethof donderdag: "Mijn cliënt is niet altijd even handig met verklaren."

De rechtbank nam nog geen besluit wanneer de inhoudelijke behandeling plaatsvindt, maar dat gebeurt mogelijk in maart. Op 10 februari is de volgende voorbereidende zitting.