Clicky


De Mol: Facebook kan iets doen, maar wil niet

De Mol: Facebook kan iets doen, maar wil niet
28-10-2019 16:35 | Binnenland | auteur ANP

AMSTERDAM - Facebook kan iets doen om nepadvertenties tegen te gaan waarin bekende Nederlanders bitcoin-producten aanprijzen, maar doet dat niet. Dat zei mediaondernemer John de Mol tijdens de voortzetting van een kort geding bij de rechtbank in Amsterdam, waarmee hij een einde wil maken aan valse advertenties met zijn naam en foto.

De partijen stonden maandag opnieuw tegenover elkaar omdat het niet is gelukt er samen uit te komen, zoals na een eerdere zitting in juni werd gepoogd. De Mol was dit keer zelf op de rechtbank aanwezig.

De Mol wil voorkomen dat nog meer mensen gedupeerd raken. "Ik ben een BN'er tegen wil en dank. In het verleden is ongelofelijk veel onzin over mij geschreven en daar heb ik nooit iets tegen gedaan omdat het alleen mijzelf betreft. In dit geval treft het onschuldige mensen die geloven dat ik ze aanbeveel ergens in te investeren. Ik vind echt dat daar iets aan gedaan moet worden en daar kan ook iets aan gedaan worden, maar ze willen niet."

Ook andere BN'ers figureren in nepadvertenties, onder wie Jort Kelder, Eva Jinek, Humberto Tan en Marco Borsato. De gemelde schade door dit soort advertenties is al zeker 2,2 miljoen euro, zei de advocate van De Mol op de zitting. Ze vermoedt dat dit bedrag nog veel hoger is omdat mensen zich schamen en geen aangifte durven te doen. Volgens haar verdient Facebook er zelf ook miljoenen aan.

De advocaten van Facebook zeiden dat wel degelijk alles wordt gedaan om de zogenoemde 'scam ads' tegen te gaan en dat er de afgelopen maanden ook geen nieuwe advertenties meer zijn verschenen met de mediaondernemer. Ze erkenden dat het systeem nog niet perfect is, maar dat dat ook niet kan omdat Facebook niet over de technologie beschikt om het volledig tegen te gaan. "De Mol vraagt iets wat technisch onmogelijk is." De advocaat raadde De Mol aan aangifte te doen bij de politie om de oplichters zelf aan te pakken.

De voorzieningenrechter doet op 11 november schriftelijk uitspraak.