'Geen Mexico-link viervoudige moord Enschede'
ALMELO - Het alternatieve scenario rond de viervoudige moord eind vorig jaar in een growshop in Enschede, houdt volgens het Openbaar Ministerie geen stand. Dat zei de officier van justitie donderdag in de rechtbank in Almelo tijdens de derde inleidende zitting.
Tijdens de vorige zitting was er via de media geopperd dat de moorden waren gepleegd uit wraak door een Mexicaanse vrouw en haar handlangers, wier vierjarige dochtertje en tweelingbroer in maart vorig jaar bij een drugsroof zouden zijn vermoord in Hengelo. "We hebben niets gevonden dat het Mexico-verhaal kan bevestigen en wel een heleboel dat het verhaal tegenspreekt", aldus de officier van justitie. Wat het OM betreft hoeft er aan dit scenario geen aandacht meer besteed te worden, zei hij.
De van oorsprong uit Servië afkomstige Camil A. (58) en zijn zoons Dejan (32) en Denis (31) worden verdacht van de moorden. Het OM gaf eerder al aan een "waslijst" aan bewijs te hebben tegen de mannen. Van hen zijn onder meer DNA-sporen en voetafdrukken gevonden op en rond de plaats delict en recent ook nog een kogelhuls in de auto van de familie A.
Emoties liepen hoog op
De slachtoffers, onder wie de eigenaar van de growshop, waren van dichtbij doodgeschoten, mogelijk vanwege een ruzie in de hennepwereld. De drie verdachten hebben niets willen verklaren over hun rol. Hun advocaten gaven aan dat ze van plan zijn op een later moment wel te verklaren, maar wanneer is niet duidelijk. De officier van justitie merkte op dat uitstellen van verklaringen, zeker als dat gebeurt tot na het einddossier gereed is, de betrouwbaarheid niet ten goede komt.
De emoties in de rechtbank liepen hoog op. Toen de drie verdachten werden binnengebracht, schreeuwden en spuugden nabestaanden naar de vader en zoons. Ook riepen ze bedreigingen. De parketpolitie moest een man en vrouw uit de zaal verwijderen.
Volgende zitting
Het OM vervolgt naast de drie vermoedelijke moordenaars twee mannen (eveneens een vader en een zoon) en een vrouw op verdenking van het leveren van een wapen dat bij de moorden gebruikt zou zijn.
De volgende inleidende zitting is gepland op 7 november. De rechtbank hoopt de zaak komend in het voorjaar inhoudelijk te behandelen.