Clicky


Niet meer bellen maar mag 27mc nog wel?

Niet meer bellen maar mag 27mc nog wel?

Over de afgelopen jaren is het mobiele telefoongebruik fors toegenomen. Ook is het tegenwoordig een stuk drukker op fietspaden en door de komst van de elektrische fiets zijn de snelheidsverschillen op fietspaden groter. Om de risico’s op ongevallen te verkleinen is het vanaf 1 juli 2019 het niet meer toegestaan om tijdens het fietsen een telefoon vast te houden.

Wetswijziging

Per 1 juli 2019 wordt artikel 61a van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) gewijzigd. Het wordt verboden om tijdens het besturen van alle voertuigen een mobiel elektronisch apparaat vast te houden. De wijziging luidt als volgt:

“Het is degene die een voertuig bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vast te houden. Onder een mobiel elektronisch apparaat wordt in elk geval verstaan een mobiele telefoon, een tabletcomputer of een mediaspeler.”

Het gaat hier niet alleen om mobiele telefoontjes, maar ook om andere elektronische apparaten. Met het oog op de snelle ontwikkelingen ten aanzien van elektronica is gekozen voor een breed begrip. Hieronder vallen dus ook fotocamera’s, navigatiesystemen, tablets, etc.

Het verbod geldt alleen tijdens het rijden. Wanneer de fietser of de bestuurder van een ander voertuig stil staat, mag hij wel een mobiel elektronisch apparaat gebruiken. Een appje sturen of de route opzoeken op de fiets of in een voertuig blijft dus mogelijk, op voorwaarde dat de bestuurder stil staat.

Ook is het verbod alleen van toepassing wanneer het mobiel elektronische apparaat wordt vastgehouden met de hand. Wanneer bijvoorbeeld een navigatiesysteem in het voertuig of op de fiets is bevestigd, wanneer handsfree wordt gebeld of wanneer via oortjes muziek wordt geluisterd, geldt het verbod uit artikel 61a RVV niet.

27mc bakkie

Een 27 mc bakkie mag nog steeds worden gebruikt. Dit ondanks het verbod op het gebruik van de telefoon in die voortuigen (art. 61a RVV en de toelichting daarop in het Staatsblad 2002 67, p.4). Maar let op, het gebruik hiervan kan wel onder art. 5 WVW (en zelfs onder art. 6 WVW) vallen. Oftewel, ook een 27 mc bakkie gebruikende chauffeur kan gevaarlijk zijn. Dat kan zelfs bij het pakken van een broodje.

Stel dat een chauffeur zijn blik afwendt om iets van de grond te pakken en zodoende niet op tijd afremt, dan kan dat onder omstandigheden betekenen dat sprake is van een misdrijf. Een dergelijk feit wordt vrachtwagenchauffeurs sneller aangerekend, omdat zij als professional op de weg rijden.

Met andere woorden, ook al valt een 27 mc bakkie niet onder de regelgeving over mobiele telefoons, het kan je nog steeds zwaar worden aangerekend, wanneer je vervolgens een ongeval veroorzaakt. Mijn advies zou dan ook zijn om dergelijke zaken niet tijdens het rijden te gebruiken.

Boete

Wanneer artikel 61a RVV wordt overtreden, kan er een boete worden opgelegd:

  • Voor fietsers bedraagt de boete 95 euro;
  • Voor automobilisten en bestuurders van een motor of een tram bedraagt de boete 240 euro;
  • De bestuurder van een bromfiets riskeert een boete van 160 euro.

Aanrijding tussen een automobilist en een fietser

In het geval dat een automobilist of een ander motorvoertuig een fietser aanrijdt, zal de eigenaar van het motorvoertuig in eerste instantie 50% van de (letsel)schade moeten vergoeden. Voor fietsers jonger dan 15 jaar geldt zelfs een vergoedingspercentage van 100%. Alleen wanneer de bestuurder van het motorvoertuig een beroep kan doen op overmacht, kan worden afgeweken van deze regel. Er is sprake van overmacht, wanneer de bestuurder geen enkel verwijt gemaakt kan worden. Dit is zelden het geval.

Wanneer blijkt dat de fietser een telefoon in de hand hield tijdens het ongeval en het ongeval hierdoor mede is ontstaan, zal wel sneller sprake zijn van ‘eigen schuld’ van de fietser. Wanneer ‘eigen schuld’ wordt vastgesteld, kunnen bovengenoemde vergoedingspercentages van 50% respectievelijk 100% verminderd worden. Een gedeelte van de door de fietser geleden schade blijft dan voor eigen rekening van de fietser. De bewijslast ten aanzien van de vraag of er sprake is van ‘eigen schuld’ van de fietser rust op de bestuurder van het motorvoertuig. De automobilist zal dus moeten aantonen dat de fietser een telefoon in zijn handen had en dat hierdoor een onveilige verkeerssituatie is ontstaan.

Bij een dergelijke discussie omtrent de aansprakelijkheid bij een verkeersongeval en bij het verhalen van uw letselschade kunt u zich het beste laten vertegenwoordigen door een letselschadespecialist. Neem gerust contact op met ons op. Wij kunnen u vaak kosteloos bijstaan en helpen u graag bij het verkrijgen van de vergoeding waar u recht op heeft.

Geschreven door Maxime le Roy, Julia Verschoor en Maaike de Vries, De Haan Advocaten & Notarissen. U kunt contact opnemen via m.devries@dehaanlaw.nl