Clicky


Meavita-top vecht uitspraak wanbeleid aan

Meavita-top vecht uitspraak wanbeleid aan
09-02-2016 19:35 | Binnenland | auteur ANP

DEN HAAG - De topmensen van de vroegere thuiszorggigant Meavita leggen zich niet neer bij de conclusie dat ze schuldig zijn aan wanbeleid. Ze vechten de uitspraak van de Ondernemingskamer aan. Twee ex-bestuurders en acht oud-toezichthouders stappen naar de Hoge Raad. Onder hen is VVD-coryfee Loek Hermans.

Hun advocaten hebben dat dinsdag laten weten. De topmensen vinden dat de Ondernemingskamer "diverse rechtsregels'' heeft geschonden en "steken heeft laten vallen''. Ze zeggen dat de datum boven de uitspraak niet klopt. Bovendien moeten de topmensen 950.000 euro vergoeden voor een onderzoek van de Ondernemingskamer, maar dat bedrag klopt in hun ogen niet. Ze willen daarom dat de Hoge Raad de uitspraak vernietigt, zodat de zaak opnieuw moet worden behandeld.

Meavita ontstond in 2007 uit een fusie. Twee jaar later ging het failliet met een miljoenenschuld. Het bestuur maakte verkeerde beslissingen. Zo stak Meavita geld in een videotelefoon die niemand wilde, in een televisiezender en in zorgcentra in het buitenland. De toezichthouders, onder leiding van Hermans, grepen niet in. Wanbeleid, concludeerde de Ondernemingskamer. Loek Hermans stapte enkele uren later uit de Eerste Kamer, waar hij voorzitter van de VVD-fractie was.

De FNV wil dat de top van Meavita - onder wie Hermans - de schade van het personeel betaalt. Het is nog niet bekend om hoeveel geld het gaat. Het gaat in elk geval om enkele tonnen, mogelijk om enkele miljoenen en wellicht over tientallen miljoenen euro's, aldus de vakbond.

Door de val van Meavita kwamen 20.000 medewerkers zonder baan te zitten. Ze raakten onder meer vakantiedagen en hun vergoedingen voor onkosten en overuren kwijt. Daarna konden ze aan de slag bij de opvolgers, maar sommigen werden daar alsnog ontslagen.

In hun verklaring zeggen de topmensen dat ze "steeds te goeder trouw'' afwegingen hebben moeten maken "onder lastige en snel wisselende omstandigheden''. Daarom vinden ze de conclusie van wanbeleid "onevenredig hard en onevenwichtig''. Ze voegen er aan toe dat ze bereid zijn om over een "redelijke regeling'' te praten.