Clicky


Transport Portret: Chauffeuse Désiree mist na ongeval haar knalroze vrachtwagen

Transport Portret: Chauffeuse Désiree mist na ongeval haar knalroze vrachtwagen
01-09-2017 11:25 | Transport Online | auteur Redactie [FE]

DE WESTEREEN - Désiree van Wijk (24) heeft de kop van haar scheenbeen gebroken en zat tot voor kort van haar enkel tot haar heup in een brace. “Een bedrijfsongevalletje,” zegt ze luchtig. Op het kantoor van familiebedrijf Vishandel Fa. Van Wijk bv kan ze genoeg doen, maar inmiddels mist ze het rijden op de vrachtwagen wel.

Knalroze is haar vrachtwagen, van binnen en van buiten. Een verrassing van haar vader. Vlak voor Désiree een aantal jaren geleden op vakantie ging moest ze haar auto schoonmaken en naar de spuiter brengen. “Al onze auto’s zijn oranje, waarom laten we deze niet roze spuiten?”, grapte ze tegen haar vader. Ze had nooit gedacht dat hij dat werkelijk zou doen, maar toen ze twee weken later terugkeerde van vakantie was haar vrachtwagen compleet roze.

Vishandel Fa. Van Wijk is een familiebedrijf. In 1898 is de overgrootvader van Désiree begonnen met het vangen en verhandelen van wat vis, omdat hij naast zijn bestaan als molenaar nog wat bij wilde verdienen. Nu staat haar vader met zijn twee zussen aan het roer. Beide tantes hebben hun grootrijbewijs, maar Désiree is de eerste vrouw binnen de familie die op het buitenland rijdt. Voornamelijk naar Griekenland waar ze een eigen palingkwekerij hebben. “Naar Griekenland rijden we meestal met twee chauffeurs. Het is ongeveer 24 uur rijden naar Bari in Zuid-Italië, dan 9 uur met de boot en dan nog twee uur naar de kwekerij.”

Hoe vervoer je paling? “Op mijn oplegger staan dertien tanks, in elke tank zit 2500 liter water en in iedere tank kan 800 tot 900 kilo paling. Zo komen ze levend aan hier in onze rokerij in Nederland.” Nee, ze laadt de oplegger nooit helemaal vol, "dan ben ik echt te zwaar".

Veel andere vrouwen achter het stuur komt Désiree niet tegen. “In Griekenland en Italië zie je eigenlijk helemaal geen vrouwen op de vrachtwagen. In Albanië stond ik een keer formulieren in te vullen bij de grens toen de douanier tegen mijn mannelijke collega zei: ‘Haal jij de auto even’. ‘Nou,’ zei ik, ‘dat doe ik zelf wel hoor.’”

Ze heeft er geen last van over het algemeen, van al die mannen op weg. En bovendien: “Ik ben wel een type dat van me afbijt hoor!”

Wat vindt ze de leukste kant van het vak? “De vrijheid! Dingen die je onderweg ziet in andere landen, de afwisseling. Minder leuk vind ik dat ik mijn ‘beestjes’ iedere keer moet achterlaten. Ik heb twee paarden en twee hondjes, die mis ik wel als ik weg ben. Vroeger ging één van de hondjes altijd mee op reis, maar nu naar Giekenland moet ze in een kennel aan boord en dat vind ik zielig.”

Het is de bedoeling dat Désiree later een deel van de zaak overneemt. En hoe jong ze ook nog is, dat ziet ze helemaal zitten.

“Sinds juni ben ik niet meer in het buitenland geweest, omdat het hier op de zaak te druk is met vakanties en ook vanwege mijn scheenbeen. Ik neem nu de planning over. Dat is ook wel leuk, maar inmiddels mis ik de auto heel erg…”