Clicky


Maarten Nijhof: Nederland slechts speldenknop in één groot Europa

Maarten Nijhof: Nederland slechts speldenknop in één groot Europa
15-11-2013 10:28 | Columns | auteur Redactie [FE]

Allereerst zal ik mijzelf even voorstellen. Ik ben Maarten Nijhof (26 jaar), zoon van Freddy en kleinzoon van Herman Nijhof. Inderdaad; van Nijhof-Wassink Groep, een echt familiebedrijf met inmiddels bijna 1.000 werknemers. Ik ben sinds een kleine twee jaar fulltime actief in ons mooie bedrijf, dat overigens veel meer is dan alleen een logistiek dienstverlener.

Voordat ik op 1 januari 2012 begon bij Nijhof-Wassink, heb ik anderhalf jaar "mijn benen bij een ander onder tafel gestoken", bij onze verzekeraar TVM uit Hoogeveen. Tijdens deze periode heb ik mijn avond-HBO opleiding aan het IVA in Driebergen succesvol afgerond.

Eind 2011 besloot ik om in januari 2012 te starten bij Nijhof-Wassink, onze logistieke tak. Daar heb ik anderhalf jaar 'achter de schermen' meegekeken met nagenoeg alle functies. Van cleaning tot en met op- en overslag en van administratie tot op de vrachtwagen. Het leren kennen van de werkzaamheden maar vooral onze mensen was daarvoor een belangrijke reden. Daarvoor is anderhalf jaar eigenlijk veel te kort maar zoals ik al zei bestaat de gehele groep uit meerdere activiteiten.

Eén van de andere takken is NIJWA Groep, Volvo Truck Dealer in Noord- en Oost-Nederland en in centraal Polen. Na anderhalf jaar logistiek heb ik daar inmiddels plaatsgenomen om de processen en mensen te leren kennen. Helemaal uit de logistieke tak ben ik natuurlijk niet, één van de redenen om samen met twee van mijn drie zussen en mijn neefje net te zijn begonnen met de vakopleiding voor transport en logistiek. Boven deze column stond vorige maand; "Hoe kijkt een 'buitenstaander' bijvoorbeeld tegen de transportsector aan? Hoe ervaart een transportondernemer de kritiek op zijn beleid binnen het bedrijf?" Ik voel me op dit moment geen van beiden, buitenstaander niet, maar ondernemer ook (nog) niet. Wel is er kritiek op ons beleid/bedrijf als het thema Oost Europese chauffeurs aan de orde is. Kritiek die overigens volkomen onterecht is.

Nijhof-Wassink verandert (gedwongen) mee met de tijd, zonder gedwongen ontslagen, waar dan ook. Wie zich niet aanpast aan de veranderende omstandigheden zet de banen van al zijn werknemers op het spel. Zoals de heer Ratelband vorige maand al zei, het is het logische gevolg van de Europese Unie. We moeten het ermee doen. Wie niet ziet dat Nederland slechts een speldenknop is in één groot Europa, die sluit zijn of haar ogen voor de realiteit en dat is vragen om problemen.

Inmiddels zit Nijhof-Wassink weer in de groei, ons Nederlandse chauffeurskorps is groter dan ooit. De groei zit hem vooral in het nationale werk, bij ons betekent dat brandstof- en diervoederdistributie. Vooral het vervoer van diervoeders is de laatste jaren hard gegroeid. En dat vind ik een ongelofelijke prestatie van onze organisatie, die in de laatste jaren toch een ommezwaai heeft moeten maken om iedereen aan boord te kunnen houden.

Elk transportbedrijf dat jarenlang overeind weet te blijven levert in feite een enorme prestatie. Het gemiddelde transportbedrijf is volgens cijfers van NIWO namelijk verliesgevend. Het binnenlands vervoer was voor het laatst winstgevend in 2007, toen maakte de hele binnenlandse sector 1% rendement, veel te weinig natuurlijk, zeker voor een kapitaal intensieve markt.

Voor het internationale vervoer is dit nog veel slechter, de hele eeuw is het alleen nog maar verliesgevend geweest. De tarieven zijn simpelweg te laag, ook nationaal. Daarom moet je als vervoerder iets extra's bieden om wél een fatsoenlijk tarief te kunnen vragen bij de klant. Service, dienstbaarheid, kwaliteit of andere werkzaamheden naast het vervoer waardoor je in meerdere wensen van de klant kunt voorzien en werkelijk "ontzorgt" en toegevoegde waarde levert. Wanneer je dat niet doet ben je veroordeeld tot de prijzenslag die transport al veel te lang is, zo blijkt uit de cijfers van het NIWO. Alleen daarom al is het een prestatie van formaat om een logistiek bedrijf in de benen te houden.

Dan wil ik nog graag één ding kwijt. In Europa zijn in navolging van Duitsland allerlei tolsystemen uit de grond gestampt. Hoe kan het dat de Poort van Europa, Nederland dus, als één van de laatste landen waardoor veel internationaal verkeer komt, nog steeds geen tolsysteem heeft? In principe ben ik erop tegen dat er allemaal verschillende tolsystemen komen, zeker als we echt naar één Europa gaan, dan zou het niet uit moeten maken wie of wat waar rijdt. Op deze manier doet Nederland zichzelf te kort.

Wij moeten wel overal betalen, maar men hoeft hier niet te betalen. We betalen mee aan de Duitse snelwegen maar de Duitser betaalt niet mee aan onze snelwegen. En dat terwijl er in Nederland relatief veel internationaal vrachtverkeer plaatsvindt. Er vloeien miljoenen weg doordat onze Nederlandse auto's in Europa tolkastjes moeten aanschaffen en voor elke gereden kilometer moeten betalen. Met het binnen te halen geld zou de regering wat terug moeten doen voor de transportsector!

We moeten positief vooruit kijken, het meest positieve van de transportsector is misschien wel het volgende en de sector zou alleen daarom al veel meer waardering verdienen: De simpelste producten zijn talloze keren vervoerd. Dat dit de gemiddelde persoon op deze wereld niet opvalt, laat staan dat ze zien wat erbij komt kijken, is misschien wel het grootste compliment dat de transportsector ooit zal krijgen.

Maarten Nijhof


Bent u een verantwoordelijke bij bijvoorbeeld een grote transportonderneming, bent u een vrachtwagenchauffeur of misschien wel iemand die op het eerste gezicht helemaal niets met de transportsector te maken heeft? Heeft u schrijverskwaliteiten en lijkt het u leuk in een gastcolumn eens úw visie op de transportsector te geven? Neemt u dan contact met ons op: redactie@transport-online.nl