Clicky


In hoger beroep forse celstraffen geëist in het Rotterdamse havenschandaal

In hoger beroep forse celstraffen geëist in het Rotterdamse havenschandaal
16-04-2015 16:52 | Algemeen | auteur De Redactie

DEN HAAG - “Beiden hadden iets nodig, beiden hadden ook iets te bieden. De ondernemer zocht financiële steun en iemand die in hem geloofde, de havendirecteur had de financiële macht en vertrouwde hem. De ondernemer had een appartement en geld, dat de havendirecteur goed kon gebruiken.”

Zo ziet het OM, kort samengevat, de zaken tegen de twee hoofdverdachten in het Rotterdamse havenschandaal. De twee advocaten-generaal (OM) eisten vandaag in hoger beroep in Den Haag 5 jaar cel tegen zakenman Joep van den Nieuwenhuijzen (59) en 2,5 jaar tegen oud-directeur van het Havenbedrijf Rotterdam Willem Scholten (71). Tegen een derde verdachte, Marcel B. (46), controller binnen één van de bedrijven van Van den Nieuwenhuijzen, werd 2 maanden gevangenisstraf geëist wegens valsheid in geschrift, meldt het Openbaar Ministerie donderdag.

Volgens de advocaten-generaal is er voldoende bewijs voor de beschuldiging dat Van den Nieuwenhuijzen in de jaren 1999 tot en met 2004 Scholten heeft omgekocht met het gebruiksrecht op een appartement in Antwerpen en een bedrag van € 1,2 miljoen op een Zwitserse bankrekening. Als tegenprestatie heeft Scholten zijn werkgever, zonder dat die ervan wist, onder meer borg laten staan voor leningen aan RDM van vele tientallen miljoenen euro’s, die Van den Nieuwenhuijzen alleen kon krijgen dankzij die garanties. Scholten was niet bevoegd tot het afgeven van die garanties. Hij hield ze geheim en buiten het jaarverslag.

Toen het bestaan van één van de garanties in mei 2004 bekend werd, hebben beiden een overeenkomst opgesteld, waarin werd vastgelegd dat het Havenbedrijf vanaf eind 2002 voor minimaal 100 miljoen euro aan garanties zou verstrekken. Het verweer dat deze garanties bevoegd zijn afgegeven als compensatie voor het feit dat Van den Nieuwenhuijzen een order voor de levering van onderzeeboten aan Taiwan had laten schieten, acht het OM niet aannemelijk. In de visie van het OM heeft Scholten door een valse voorstelling van zaken zowel zijn werkgever als enkele banken opgelicht.

Ook kan volgens de advocaten-generaal bewezen worden verklaard dat Van den Nieuwenhuijzen zich heeft schuldig gemaakt aan drie gevallen van faillissementsfraude. Bij zijn noodlijdende bedrijf SPAVS BV werden in het zicht van het faillissement vele miljoenen euro’s aan de boedel onttrokken. Dit feit ging gepaard met het opmaken van een valse raamovereenkomst; de controller B. heeft volgens het OM het plan hiervoor bedacht. Tegenover de rechter-commissaris in dit faillissement heeft Van den Nieuwenhuijzen opzettelijk een onjuiste verklaring afgelegd over deze transactie.

Ook heeft Van den Nieuwenhuijzen grote geldbedragen aan twee van zijn bedrijven onttrokken, door eerst op zakelijke gronden geldbedragen te lenen van banken en particulieren, en die vervolgens op onzakelijke gronden door te lenen, waarbij ook een aanzienlijk bedrag aan hem zelf ten goede is gekomen. Daarna heeft hij de vorderingen (van tientallen miljoenen euro’s) binnen deze ondernemingen voor € 1 aan een privéonderneming van zichzelf verkocht.

Tot slot was Van den Nieuwenhuijzen in de periode voor zijn aanhouding in oktober 2007 in het bezit van een vervalst diplomatiek Comorees paspoort.

Eerder veroordeelde de rechtbank in Rotterdam Scholten tot gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk. In juli 2013 veroordeelde de rechtbank in Rotterdam Van den Nieuwenhuijzen. tot gevangenisstraf van 2,5 jaar. B. werd eerder veroordeeld tot één maand voorwaardelijke gevangenisstraf.

In hoger beroep zijn op verzoek van de verdediging in totaal meer dan 40 getuigen en een deskundige gehoord.

Het OM neemt de strafbare feiten hoog op, zeker waar het gaat om de omkoping. De omkopingsbepalingen zijn in het leven geroepen om de verhoudingen zuiver te houden, om het vertrouwen in een integere overheid te bewaren en om te waken tegen machtsbederf. De advocaten-generaal: "Om te voorkomen dat grenzen vervagen en overschreden worden, en dat bevoordeling van bedrijven en zakenlieden optreedt in ruil voor persoonlijke verrijking van ambtenaren die in de positie verkeren om die bevoordeling te regelen."

Zakenman Van den Nieuwenhuijzen en ambtenaar Scholten moeten elkaar hebben geïmponeerd, dat kan niet anders, concluderen de aanklagers. Zij dachten en werkten beiden niet in het klein. "Hun ideeën, hun plannen, hun gedroomde mogelijkheden waren groots. In verhouding daarmee waren de giften die Van den Nieuwenhuijzen deed en de prestaties die Scholten daar tegenover stelde, ook groots te noemen. Het in hun zakelijke verhoudingen sluipende bederf was dan ook fors."

Beide verdachten hebben alle vragen van het OM onbeantwoord gelaten, vragen die volgens het OM slechts hebben beoogd de waarheid voor het hof op tafel te krijgen. Scholten heeft zijn verantwoordelijkheid voortdurend afgeschoven (,,er was geen controle’’), Van den Nieuwenhuijzen heeft volgehouden dat hij niets verkeerds heeft gedaan. De advocaten-generaal: "Van den Nieuwenhuijzen ziet het afkeurenswaardige van zijn handelen volstrekt niet in, en wíl dat ook niet inzien. Ieder die het anders ziet dan hij is tegen hem bevooroordeeld en/of heeft er geen verstand van. Dit is een omstandigheid die bij de straftoemeting behoort te worden meegewogen."

Het OM heeft de strafeisen tegen Scholten en Van den Nieuwenhuijzen iets gematigd omdat het onderzoek lang heeft geduurd.

Het OM heeft ook de gevangenneming gevorderd van de verdachten Scholten en Van den Nieuwenhuijzen bij de einduitspraak van het hof. Beiden worden verdacht van diverse fraudedelicten. Daarvoor is voorlopige hechtenis toegelaten, aldus het OM, en er liggen veroordelende vonnissen van de rechtbank, waarbij celstraffen zijn opgelegd. Ook hebben Scholten noch Van den Nieuwenhuijzen een vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en staan zij niet in de gemeentelijke basisadministratie ingeschreven. Op grond van hun proceshouding mag worden verwacht dat zij zich aan de tenuitvoerlegging van een eventueel op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zullen onttrekken. "Het OM meent dat dit onaanvaardbaar zou zijn, gelet op de maatschappelijke onrust die de strafbare feiten hebben veroorzaakt”, aldus de advocaten-generaal.

Vanaf volgende week zal de verdediging haar pleidooien houden. Wanneer het gerechtshof uitspraak zal doen is nog niet bekend.