Clicky


Alcoholslotprogramma blijft gehandhaafd voor oude gevallen

Alcoholslotprogramma blijft gehandhaafd voor oude gevallen
01-04-2015 14:06 | Overig | auteur De Redactie

DEN HAAG - De voorzieningenrechter in Den Haag gaat niet mee in de eis van twee personen om de uitvoering van het zogenoemde alcoholslotprogramma (ASP) te staken in al afgehandelde gevallen. Recente uitspraken van de Hoge Raad en Raad van State bieden aan de voorzieningenrechter niet de mogelijkheid om dat te doen. Twee eisers hadden om stopzetten van de maatregel gevraagd in een kort geding tegen de Staat om zo onmiddellijk hun rijbewijs terug te krijgen.

Recente uitspraken Hoge Raad en Raad van State

Eisers voelen zich tekort gedaan nu de Hoge Raad en de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State in zeer recente uitspraken om verschillende redenen door de ASP een streep hebben gehaald. De Hoge Raad oordeelde dat een strafrechtelijke veroordeling na een ASP neerkomt op een tweede veroordeling voor hetzelfde feit. Dat is in strijd met een algemeen aanvaard beginsel dat men voor een feit maar één keer gestraft mag worden. De Raad van State besliste dat het ASP onvoldoende mogelijkheden biedt om met persoonlijke omstandigheden rekening te houden. De Raad van State heeft de ASP daarom buiten werking gesteld.

Waarom profiteren eisers hier niet van?

Eerst is de zaak voor eisers strafrechtelijk afgehandeld. Daarna is het ASP aan hen opgelegd. Eisers hebben tegen deze beslissing van het CBR geen beroep ingesteld. Deze beslissing is daardoor in beide gevallen definitief geworden. De Raad van State heeft voor zulke afgehandelde gevallen uitdrukkelijk beslist dat herziening dan niet mogelijk is. Wel kunnen eisers het CBR vragen om de oplegging van ASP opnieuw te overwegen, maar volgens de Raad van State is het CBR dat niet verplicht. Het CBR heeft al verklaard in het geval van eisers niet bereid te zijn tot wijziging van zijn beslissing.

Omdat de Raad van State  “oude gevallen” zoals die van eisers duidelijk heeft geregeld in haar beslissing, ziet de voorzieningenrechter geen ruimte om anders te beslissen.