Staat draait op voor berging Baltic Ace

AMSTERDAM - De berging van de voor de kust gezonken Baltic Ace gaat 67,5 miljoen euro kosten en dat bedrag komt grotendeels voor rekening van de staat. Dat bevestigt Rijkswaterstaat donderdag na een bericht hierover in De Telegraaf.

Vorige maand werd al bekend dat de bergingscombinatie Boskalis-Mammoet het schip boven water gaat halen, maar nog niet duidelijk was wat dit kost en wie dit gaat betalen. De eigenaar van de Baltic Ace heeft afstand van het schip gedaan, waardoor hij niet voor het totaalbedrag van de berging opdraait.

Volgens internationaal recht kan een eigenaar afstand doen van een schip om de aansprakelijkheid te beperken. "Anders zou de scheepvaart niet te verzekeren zijn", legt de woordvoerder van Rijkswaterstaat uit. Wel zijn de eigenaren van de schepen in zulke gevallen verplicht een fonds op te richten om een deel van de kosten te betalen.

De Baltic Ace zonk op sinterklaasavond na een aanvaring met containerschip Corvus J op ongeveer 65 kilometer van Goeree-Overflakkee. Elf van de 24 bemanningsleden overleefden het ongeluk niet.

In het fonds van de Baltic Ace is elf miljoen euro ondergebracht, in het fonds van de Corvus J zit drie miljoen euro. Maar uit die fondsen moeten eerst de gedupeerde ladingeigenaren worden betaald. Aan boord van het schip waren ruim 1400 auto's.

Het 148 meter lange schip ligt op 35 meter diepte in een van de drukst bevaren scheepvaartroutes ter wereld. Het wrak hindert volgens Rijkswaterstaat een veilige en snelle doorvaart voor de ruim zestienduizend schepen die er jaarlijks passeren. Ook kan de lading een bedreiging voor het milieu vormen. Het wrak bevat nog zo'n 540 duizend liter stookolie.

De bergers ruimen eerst de stookolie. Het wrak wordt naar verwachting volgend jaar in het voorjaar of in de zomer in delen gezaagd en geborgen. (Novum)