SBM Offshore: geen omkoping Brazilië, wel in Afrika

AMSTERDAM - SBM Offshore heeft geen bewijzen gevonden dat er smeergeld is betaald door werknemers van het bedrijf in Brazilië. In Angola en Equatoriaal Guinea is echter wel 'enig bewijs' gevonden voor omkoping. Dat staat in een woensdag gepubliceerd rapport over het onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van de maritieme dienstverlener.

Volgens het onderzoek naar mogelijke malversaties in de drie landen heeft SBM Offshore tussen 2007 en 2011 ongeveer 180 miljoen dollar (130 miljoen euro) aan commissies betaald aan vertegenwoordigers in de drie landen, waarvan het grootste deel in Brazilië. Die vertegenwoordigers hebben SBM geholpen bij het winnen van aanbestedingen.

In Angola en Equatoriaal-Guinea vonden de onderzoekers 'enig' bewijs dat dat geld direct of indirect aan regeringsfunctionarissen is betaald. In Brazilië waren er wel wat 'verontrustende signalen', maar uit het onderzoek kwam geen 'geloofwaardig bewijs' naar voren dat SBM of een van de medewerkers ongeoorloofde betalingen heeft gedaan. Verdere details worden niet gegeven, omdat er nog een strafrechtelijk onderzoek loopt.

Topman Sietze Hepkema zegt in een interview in Het Financieele Dagblad dat er niet in meer landen onderzoek is gedaan omdat het bewijs alleen naar deze drie landen leidde. Hij zegt blij te zijn met conclusie over Brazilië. "We doen daar heel veel zaken". Het Braziliaanse oliebedrijf Petrobas maakte maandag ook al bekend dat het geen bewijs heeft gevonden voor omkoping door SBM.

Hepkema zegt te hopen dat mensen begrijpen dat 'het bedrag aan commissies niet hetzelfde is als het bedrag aan steekpenningen'. De topman zegt verder te verwachten dat zijn bedrijf niet op het strafbankje komt in Angola, wat ook een belangrijke markt is voor het bedrijf.

Er lopen nog juridische onderzoeken naar omkoping door SBM Offshore van het Openbaar Ministerie en de Amerikaanse justitie. SBM zegt nog niet te kunnen weten wat de uiteindelijke gevolgen van dat onderzoek zijn, financieel of op een andere manier. ING schatte dinsdag in dat het uiteindelijke schadebedrag voor SBM tweehonderd tot vierhonderd miljoen dollar gaat bedragen.

Het onderzoek van SBM Offshore werd opgestart in 2012. Het werd uitgevoerd door de bureaus Paul Hastings, De Brauw Blackstone Westbroek en PwC. In 2012 deed SBM ook aangifte van vermoedens van omkoping. Het onderzoek is overgedragen aan het OM. (Novum)